Vrijdag 17 april is de ISW klas het laatste blok van dit jaar begonnen met een excursie naar het sociale wijkteam in Leeuwarden (zie ook dit filmpje).
We kwamen redelijk op tijd aan en werden gastvrij ontvangen. Na korte
uitleg van het programma, gaf Nynke Andringa de aftrap. Zij heeft in
grote lijnen met swung, passie maar ook de nodige humor de wijze waarop
zij in Leeuwarden te werk gaan met de wijkteams
geschetst. Wat opviel waren de korte lijnen met de
samenwerkingspartners in het werkveld en de dagelijkse briefing in
multidisciplinair verband. Afspraken op papier gingen hieraan vooraf.
Ook waren er de nodige anekdotes door Nynke met de nodige humor voor
het voetlicht gebracht, wat meestal de nodige lachsalvo's teweeg
bracht. Het uur was heel snel voorbij dankzij de voortvarendheid en
informatiestijl van Nynke.
Daarna vertelde Marinthe haar verhaal waarbij zij duidelijk maakte
dat de jeugdteams nog in de kinderschoenen staan en de worsteling om dit
de vereiste "body"te geven. Hierbij werden een aantal kernkwesties aan
de orde gesteld.
Na een smakelijke en voedzame lunch kwam een vertegenwoordiger van
het Bewonersbedrijf aan het woord. Hij vertelde over de contacten met de
Gemeente die aanvankelijk stroef verliepen, waarbij de bewoners het
idee hadden niet helemaal serieus genomen te worden.
Geleidelijk aan veranderde dit beeld en participeerden steeds meer
bewoners in de aangeboden activiteiten. Ook ontstond er steeds
initiatief vanuit de bewoners zelf. Hij gaf het gevoel dat ze nu met de
Gemeente on speaking terms zijn.
Als laatsten gaven HvA studenten presentaties over de Samendoen Teams.
De reacties bij afloop vanuit de delegatie van Leeuwarden bevatten de
nodige kritische kanttekeningen maar ook een aanmoediging om het reilen
en zeilen in Amsterdam te toetsen en waar
nodig aan de bel te trekken.
Het bezoek aan Leeuwarden stemde ons in ieder geval tot tevredenheid maar ook tot nadenken over hoe nu verder.
Integraal Sociaal Werk
De plek met blogposts van praktijkplekken, studenten en docenten van het profileringsprogramma Integraal Sociaal Werk van de Hogeschool van Amsterdam.
donderdag 18 juni 2015
maandag 13 april 2015
Antwerpen, 5-2-2015: het gemeenteperspectief
In de ochtend van donderdag 5 april kregen we een presentatie van
twee medewerkers van de gemeente Antwerpen. Hun domein waar ze
gespecialiseerd op zijn is Armoede & Welzijn. We kregen in anderhalf
uur tijd heel veel informatie van de twee medewerkers. Zo zijn er 22%
van jongeren 18 tot en 25 jaar werk zoekend. Wat duidelijk uit de
presentatie werd is dat het lastig is de armoede te bestrijden. Wel
hebben ze in Antwerpen inloop huizen. Daar kunnen mensen die het lastig
hebben zorg ontvangen en hulp krijgen om meer stabiliteit te krijgen in
hun leven. Het interessante van deze inloop huizen is dat er meerdere
faciliteiten aanwezig zijn zodat je gelijk hulp kan krijgen op
verschillende aspecten. Wat het interessante in Antwerpen is, wat ik
haalde uit de presentatie is dat de armoede heel verspreid ligt. Ook is
kinderarmoede een grote focus van de gemeente.Als
kinderen een moeilijkere start hebben door armoede in het gezin zullen
ze later daarvan de dupe zijn. Ook mensen meer laten participeren aan
maatschappelijke activiteiten en in aanraking laten komen met de
arbeidsmarkt is van groot belang.
Als ik kijk naar Amsterdam komen veel punten overeen, het grote verschil tussen Amsterdam en Antwerpen is dat Antwerpen nog weinig vast heeft staan met betrekking op de wijkteams. Amsterdam word gezegd is jaren vooruit. Na ik de presentatie heb gekregen liet het me inzien dat Antwerpen nog heel veel mogelijkheden heeft en nog alle kanten op kan gaan. Na de presentatie heb ik de twee medewerkers aangesproken om graag contact te hebben over 5 a 6 jaar. Dit omdat in Antwerpen de meeste initiatieven en inbrengen vanuit de bewoners van Antwerpen komen. In Amsterdam komt het van bovenaf, vanuit de gemeente.
Hierin kan dus een groot verschil ontstaan, omdat de bewoners van Antwerpen gemotiveerd zijn voor verandering en wijkteams en kan dit een grote factor zijn voor positieve verandering. Ik hoop dat Antwerpen en Amsterdam over 5 jaar naar elkaars situatie zullen kijken en daar de positieve punten uit zullen halen.
Als ik kijk naar Amsterdam komen veel punten overeen, het grote verschil tussen Amsterdam en Antwerpen is dat Antwerpen nog weinig vast heeft staan met betrekking op de wijkteams. Amsterdam word gezegd is jaren vooruit. Na ik de presentatie heb gekregen liet het me inzien dat Antwerpen nog heel veel mogelijkheden heeft en nog alle kanten op kan gaan. Na de presentatie heb ik de twee medewerkers aangesproken om graag contact te hebben over 5 a 6 jaar. Dit omdat in Antwerpen de meeste initiatieven en inbrengen vanuit de bewoners van Antwerpen komen. In Amsterdam komt het van bovenaf, vanuit de gemeente.
Hierin kan dus een groot verschil ontstaan, omdat de bewoners van Antwerpen gemotiveerd zijn voor verandering en wijkteams en kan dit een grote factor zijn voor positieve verandering. Ik hoop dat Antwerpen en Amsterdam over 5 jaar naar elkaars situatie zullen kijken en daar de positieve punten uit zullen halen.
Antwerpen, 5-2-2015: CAW, door: Floor, Alba en Brigit
L’art della solidariet a professional (de kunst van de solidariteit van de professional), Aldus de leuze van het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) 1e lijn hulpverlening in België.
We werden hartelijk ontvangen in het overleg café van het CAW door de directeur. Hij vertelde ons over de ontwikkelingen die nu binnen het CAW gaande zijn.
CAW is een grote 1e lijns organisatie in Antwerpen met 70 verschillende teams verspreid over 60 verschillende plekken binnen de 24 gemeenten. Ieder team is er weer voor een andere doelgroep. Het CAW is makkelijk te bereiken voor burgers. Zo kun je voor kleine hulpvragen chatten, bellen of mailen. En wanneer je meer hulp nodig hebt kun je een afspraak maken om langs te komen of om een huisbezoek te plannen.
Het CAW werkt met een cliëntenraad, zij gaven aan dat de verschillende teams enorm leidde tot hokjes vorming, wat tot gevolg had dat sommige cliënten nét tussen twee doelgroepen invielen en dus van het kastje naar de muur werden verwezen. Ook gaven zij aan te veel verschillende gezichten te zien en naar één aanspreekpunt verlangde voor overzicht, professionals werkten volgens hen langs elkaar heen.
Als reactie op deze signalen is besloten te starten met het vormen van wijkteams. Wijkteams bestaande uit hulpverleners met verschillende specialismes. Dit zal leiden tot onthokking, vraagsturing en methodische verbreding. Zo kan de hulpverlener tegenover de cliënt generalistisch te werk gaan en het aanspreekpunt zijn.
Deze beweging is dus bottom-up ontstaan, vanuit de cliënten zelf. Eigenlijk het tegenovergestelde van hoe de wijkteams in Nederland ontstaan zijn, namelijk top-down met bezuinigingen als hoofdreden. Opvallend is ook dat de gemeente hier vrij weinig mee te maken heeft. Het CAW wordt voor 90% gefinancierd vanuit fondsen en dus heeft de gemeente er weinig over te zeggen.
Het CAW gaat niet uit van het individueel schuldmodel, wat inhoudt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun probleemsituatie. CAW vindt dat de maatschappij verantwoordelijk is voor de problemen van de burgers. 50.000 mensen per jaar hebben hulp nodig in Antwerpen, dit krijgen maar 5000 mensen. Meer mensen in Antwerpen wonen alleen dan in gezinnen. Dit zorgt voor eenzaamheid. In Antwerpen, is net zoals in Amsterdam, een grote wooncrisis. Dit is een groot probleem in de stad.
Het CAW is nu bezig om buurtteams samen te stellen om meer outreachend te werken. Ie: Om deze wijkteams te vormen heeft het CAW gekeken naar Nederland en zich verdiept in stukken van Jos van der Lans, Jan Steyaert en Rick Kwekkeboom.
Het doel van de wijkteams en de nieuwe manier van werken is om vermaatschappelijking in de zorg te krijgen. Een belangrijke elementen hiervan is het opbouwen van sociale relaties;
De 4 krachtlijnen van de sociale wijkteams worden:
Wij ‘dag vertegenwoordigers’ vonden het een inspirerende ontmoeting. Het meest opvallende voor ons was hoe vraaggericht het CAW te werk gaat door op signalen van de cliënten te reageren met het opzetten van wijkteams.
Wij zijn erg nieuwsgierig hoe het er over 5 jaar aan toe zal gaan en een vergelijking te maken met Nederland, waar de wijkteams dus van bovenaf zijn ontstaan. Zorgen de wijkteams die bottom-up ontstaan zijn in de toekomst voor betere resultaten en meer cliënt tevredenheid? Uiteindelijk is het idee van een wijkteam op zich hetzelfde, maar met een compleet andere achterliggende gedachte. In hoeverre heeft dit effect op het verdere verloop?
Interessant om te blijven volgen! Wij hopen de rol als dagvertegenwoordigers naar wens te hebben vervuld en bedanken jullie voor de actieve deelname op dag 1.
We werden hartelijk ontvangen in het overleg café van het CAW door de directeur. Hij vertelde ons over de ontwikkelingen die nu binnen het CAW gaande zijn.
CAW is een grote 1e lijns organisatie in Antwerpen met 70 verschillende teams verspreid over 60 verschillende plekken binnen de 24 gemeenten. Ieder team is er weer voor een andere doelgroep. Het CAW is makkelijk te bereiken voor burgers. Zo kun je voor kleine hulpvragen chatten, bellen of mailen. En wanneer je meer hulp nodig hebt kun je een afspraak maken om langs te komen of om een huisbezoek te plannen.
Het CAW werkt met een cliëntenraad, zij gaven aan dat de verschillende teams enorm leidde tot hokjes vorming, wat tot gevolg had dat sommige cliënten nét tussen twee doelgroepen invielen en dus van het kastje naar de muur werden verwezen. Ook gaven zij aan te veel verschillende gezichten te zien en naar één aanspreekpunt verlangde voor overzicht, professionals werkten volgens hen langs elkaar heen.
Als reactie op deze signalen is besloten te starten met het vormen van wijkteams. Wijkteams bestaande uit hulpverleners met verschillende specialismes. Dit zal leiden tot onthokking, vraagsturing en methodische verbreding. Zo kan de hulpverlener tegenover de cliënt generalistisch te werk gaan en het aanspreekpunt zijn.
Deze beweging is dus bottom-up ontstaan, vanuit de cliënten zelf. Eigenlijk het tegenovergestelde van hoe de wijkteams in Nederland ontstaan zijn, namelijk top-down met bezuinigingen als hoofdreden. Opvallend is ook dat de gemeente hier vrij weinig mee te maken heeft. Het CAW wordt voor 90% gefinancierd vanuit fondsen en dus heeft de gemeente er weinig over te zeggen.
Het CAW gaat niet uit van het individueel schuldmodel, wat inhoudt dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun probleemsituatie. CAW vindt dat de maatschappij verantwoordelijk is voor de problemen van de burgers. 50.000 mensen per jaar hebben hulp nodig in Antwerpen, dit krijgen maar 5000 mensen. Meer mensen in Antwerpen wonen alleen dan in gezinnen. Dit zorgt voor eenzaamheid. In Antwerpen, is net zoals in Amsterdam, een grote wooncrisis. Dit is een groot probleem in de stad.
Het CAW is nu bezig om buurtteams samen te stellen om meer outreachend te werken. Ie: Om deze wijkteams te vormen heeft het CAW gekeken naar Nederland en zich verdiept in stukken van Jos van der Lans, Jan Steyaert en Rick Kwekkeboom.
Het doel van de wijkteams en de nieuwe manier van werken is om vermaatschappelijking in de zorg te krijgen. Een belangrijke elementen hiervan is het opbouwen van sociale relaties;
De 4 krachtlijnen van de sociale wijkteams worden:
- Cliënt centraal;
- Preventie: Vroegtijdiger hulp bieden in samenwerking met relaties in de wijk;
- Krachtbronnen in de wijk;
- Intersectoraal verhaal.
Wij ‘dag vertegenwoordigers’ vonden het een inspirerende ontmoeting. Het meest opvallende voor ons was hoe vraaggericht het CAW te werk gaat door op signalen van de cliënten te reageren met het opzetten van wijkteams.
Wij zijn erg nieuwsgierig hoe het er over 5 jaar aan toe zal gaan en een vergelijking te maken met Nederland, waar de wijkteams dus van bovenaf zijn ontstaan. Zorgen de wijkteams die bottom-up ontstaan zijn in de toekomst voor betere resultaten en meer cliënt tevredenheid? Uiteindelijk is het idee van een wijkteam op zich hetzelfde, maar met een compleet andere achterliggende gedachte. In hoeverre heeft dit effect op het verdere verloop?
Interessant om te blijven volgen! Wij hopen de rol als dagvertegenwoordigers naar wens te hebben vervuld en bedanken jullie voor de actieve deelname op dag 1.
Antwerpen 6-2-2015: VZW Recht-op, door: Maureen Kirmani
We waren nog moe van de vorige
avond, maar toch waren we allemaal vroeg wakker en bepakt met onze koffers. Het
was een eindje lopen vanaf de tramhalte, door een buurt wat er een beetje
verloederd uit zag. We zagen het VZW ook niet van ver, ze hadden niet echt
reclame buiten staan. Dit was wel interessant, omdat in Nederland organisaties
duidelijk aangeven waar ze zitten. Het VZW Recht-op houdt zich bezig met
armoedebestrijding in de maatschappij van België.
We liepen naar binnen door een
kleine ingang en kwamen in een hal die uitliep op een soort woonkamer met een
grote tafel en allemaal stoelen er omheen. Hier maakten we kennis met Diane
Moras, coördinator van Recht-op en 2 ervaringsdeskundigen.
Diane vertelde ons uitgebreid over
de visie van Recht-op en hoe ze armoede zien. Dit doen ze op 3 verschillende
niveaus, namelijk: de samenleving, organisaties en het individu.
De samenleving stigmatiseert armen,
denkt nog volgens het eigen schuld-model. Hierdoor zijn ze niet heel
rechtvaardig naar mensen die op de armoedegrens leven. Eén van de
ervaringsdeskundigen gaf aan dat er te veel geëist wordt vanuit de samenleving.
Organisaties die gericht waren op
armoede hielden ook de armoede in stand. Ze pasten hun taalgebruik niet aan op
de mensen, de drempel was vaak te hoog en mensen werden zelfs respectloos
behandeld.
Diane vertelde hier dat de
middenklasse hulpverlener wordt omdat ze hier ook geld voor hebben, maar
hierdoor weten de hulpverleners niet wat doelgroep meemaakt. Er ontstaat een
kloof in visies, wat nog steeds verder verkleind moet worden.
Verder werd nog het individu
genoemd. Waar ze achter zijn gekomen bij Recht-op was dat armoede heel
makkelijk kan worden doorgegeven. Als voorbeeld werd gegeven dat jongeren die
opgegroeid waren in kindertehuizen, opgegroeid waren in armoede. Op school
worden ze gepest omdat ze niet even rijk zijn als de andere kinderen, niet
nieuwe kleding dragen, en de kinderen geven hen het gevoel dat ze niks waard
zijn. Dit nemen de kinderen mee als ze opgroeien, en blijven dan ook in armoede
wonen door een lage eigenwaarde. Deze mensen krijgen weer kinderen die dan ook
opgroeien in armoede en zo wordt de doelgroep ook steeds groter. Armoede is ook
een sneeuwbaleffect. Het begint met life-events en dan stort eigenlijk iemands’
leven steeds verder in.
Armoedebestrijding begint dan ook
bij het gevoel. Armen moeten eerst het gevoel krijgen dat ze het waard zijn om
in de samenleving te leven. Ze moeten een plaats krijgen en rechten in de
maatschappij, en vanaf dit punt kunnen ze beter werken aan hun situatie. Op dit
moment hebben volgens Diane armen nog het gevoel dat ze alleen zijn en dat het
hun eigen schuld is.
Het Matteüs-effect wordt hier
genoemd, waar de rijken rijker worden en de armen armer.
Als er wordt gekeken naar een
samenhang in de situatie van armen, komt er volgens Diane uit dat alle armen
gepest waren in hun leven. Een logisch gevolg hiervan is dan dat armen zich
minderwaardig voelen ten opzichte van de rest van de samenleving en hier ook
het gevoel van eigen schuld in zit.
Om duidelijkheid te geven over hoe
Recht-op kijkt naar het eigen schuld-model:
Ongeval
|
Schuld
|
|
Individu
|
X
|
|
Samenleving
|
X
|
Diane gaf als oplossing dat wetten
moeten veranderen zodat iedereen evenveel rechten heeft.
Voor verdere informatie verwijst ze
door naar het Verslag van de Armoede gemaakt door onderzoek vanuit de politiek.
Diane noemt het: de bijbel van alle organisaties.
Op dit moment komen er wel wat
middelen vanuit de Gemeente, maar dit is nog lang niet genoeg. Hun doel daarom
is nu om meer armen te vinden. Dit doen ze vooral door mond-op-mondreclame want
armen hebben veel contact met elkaar. Zo nemen cliënten weer nieuwe mensen mee.
Ook hebben ze gewerkt aan toegang
tot kinderopvang door ouders die hun armoede-afspraken hebben, zodat de
mogelijkheid bestaat om weer aan het werk te gaan zonder de kinderen in de
steek te laten.
Verder hebben ze door 2 maanden
registratie bewezen dat armen niet “in een hangmat lagen de hele dag”. Ze waren
wel degelijk dagelijks bezig met heen en weer reizen en overal solliciteren.
De communicatie met het OCMW is ook
verbeterd. Dit was nodig, omdat het op een gegeven moment duidelijk werd dat
medewerkers van het OCMW telefoontjes pleegden en afspraken maakten voor de
cliënt waar de cliënt niet bij was en hierdoor ook niet wist wat er werd gezegd
en afgesproken. Recht-op heeft trainingen voor de medewerkers van het OCMW
gemaakt om dit te bestrijden. Ze werden meer opgeleid over armen en hoe de
communicatie moet lopen. De intakegesprekken zijn hierdoor veranderd en gaan
veel beter, zijn uitgebreider. Er wordt nu ook niet meer achter de rug om
gebeld en geregeld.
Recht-op heeft dossiers op hun site
die gratis te downloaden zijn. De website is:
Op de site is ook de film “Vechten
voor morgen” te vinden, over jongeren die in armoede zijn opgegroeid en wat ze
doormaken van dag tot dag.
Abonneren op:
Posts (Atom)